retroceda

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
retroceder

retroceda

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van retroceder
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van retroceder
  3. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van retroceder