resucitara

Uit WikiWoordenboek

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
resucitar

resucitara

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van resucitar
  2. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud verleden tijd (pretérito imperfecto) van resucitar