resigneerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: resigneerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·sig·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
resigneren |
resigneerde
- enkelvoud verleden tijd van resigneren
- Ik resigneerde.
- Jij resigneerde.
- Hij, zij, het resigneerde.
- Ik resigneerde.