remunereerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·mu·ne·reer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
remunereren |
remunereerde
- enkelvoud verleden tijd van remunereren
- Ik remunereerde.
- Jij remunereerde.
- Hij, zij, het remunereerde.
- Ik remunereerde.
vervoeging van |
---|
remunereren |
remunereerde