remunereerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·mu·ne·reer·de

Werkwoord

vervoeging van
remunereren

remunereerde

  1. enkelvoud verleden tijd van remunereren
    • Ik remunereerde. 
    • Jij remunereerde. 
    • Hij, zij, het remunereerde.