rekwestreer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·kwes·treer

Werkwoord

vervoeging van
rekwestreren

rekwestreer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rekwestreren
    • Ik rekwestreer. 
  2. gebiedende wijs van rekwestreren
    • Rekwestreer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rekwestreren
    • Rekwestreer je?