rekende mee
Uiterlijk
- Geluid: rekende mee (hulp, bestand)
- re·ken·de mee
vervoeging van |
---|
meerekenen |
rekende mee
- enkelvoud verleden tijd van meerekenen
- Ik rekende mee.
- Jij rekende mee.
- Hij, zij, het rekende mee.
- Ik rekende mee.
- Het woord rekende mee staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.