regardeerden
Uiterlijk
- re·gar·deer·den
vervoeging van |
---|
regarderen |
regardeerden
- meervoud verleden tijd van regarderen
- Wij regardeerden.
- Jullie regardeerden.
- Zij regardeerden.
- Wij regardeerden.
- Het woord regardeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.