regaleerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: regaleerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- re·ga·leer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
regaleren |
regaleerde
- enkelvoud verleden tijd van regaleren
- Ik regaleerde.
- Jij regaleerde.
- Hij, zij, het regaleerde.
- Ik regaleerde.