recombineerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·com·bi·neer·de

Werkwoord

vervoeging van
recombineren

recombineerde

  1. enkelvoud verleden tijd van recombineren
    • Ik recombineerde. 
    • Jij recombineerde. 
    • Hij, zij, het recombineerde.