recombineerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- re·com·bi·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
recombineren |
recombineerde
- enkelvoud verleden tijd van recombineren
- Ik recombineerde.
- Jij recombineerde.
- Hij, zij, het recombineerde.
- Ik recombineerde.