rechtsklikten

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rechts·klik·ten

Werkwoord

vervoeging van
rechtsklikken

rechtsklikten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van rechtsklikken
    • ...dat wij rechtsklikten. 
    • ...dat jullie rechtsklikten. 
    • ...dat zij rechtsklikten.