reactiveerden
Uiterlijk
- re·ac·ti·veer·den
vervoeging van |
---|
reactiveren |
reactiveerden
- meervoud verleden tijd van reactiveren
- Wij reactiveerden.
- Jullie reactiveerden.
- Zij reactiveerden.
- Wij reactiveerden.
- Het woord reactiveerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.