Naar inhoud springen

radicaliseer

Uit WikiWoordenboek
Versie door Kvdrgeus (overleg | bijdragen) op 13 mei 2017 om 12:24 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} <!--*{{WikiW|IPA}}: {{IPA|/xxxx/|nld}}--> {{-syll-}} *ra·di·ca·li·seer {{-verb-|0}} {{1ps|ra...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ra·di·ca·li·seer

Werkwoord

vervoeging van
radicaliseren

radicaliseer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van radicaliseren
    • Ik radicaliseer. 
  2. gebiedende wijs van radicaliseren
    • Radicaliseer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van radicaliseren
    • Radicaliseer je?