radbraakten
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: radbraakten (hulp, bestand)
Woordafbreking
- rad·braak·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
radbraken |
radbraakten
- meervoud verleden tijd van radbraken
- Wij radbraakten.
- Jullie radbraakten.
- Zij radbraakten.
- Wij radbraakten.