racemiseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ra·ce·mi·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
racemiseren |
racemiseerden
- meervoud verleden tijd van racemiseren
- Wij racemiseerden.
- Jullie racemiseerden.
- Zij racemiseerden.
- Wij racemiseerden.
vervoeging van |
---|
racemiseren |
racemiseerden