raasde voort
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raas·de voort
Werkwoord
vervoeging van |
---|
voortrazen |
raasde voort
- enkelvoud verleden tijd van voortrazen
- Ik raasde voort.
- Jij raasde voort.
- Hij, zij, het raasde voort.
- Ik raasde voort.
vervoeging van |
---|
voortrazen |
raasde voort