raakte op
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- raak·te op
Werkwoord
vervoeging van |
---|
opraken |
raakte op
- enkelvoud verleden tijd van opraken
- Ik raakte op.
- Jij raakte op.
- Hij, zij, het raakte op.
- Ik raakte op.
vervoeging van |
---|
opraken |
raakte op