røsta

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • røs·ta
Naar frequentie > 50000

Zelfstandig naamwoord

røsta, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van røst (betekenis [A])
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

røsta, mv

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van røst (betekenis [B]+[C])
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • røs·ta

Zelfstandig naamwoord

røsta, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van røst (betekenis [A])
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

røsta,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van røst (betekenis [B])
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

røsta,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van røst (betekenis [C])