réjouisse

Uit WikiWoordenboek

Frans

Werkwoord

vervoeging van
réjouir

réjouisse

  1. eerste en derde persoon enkelvoud tegenwoordige aanvoegende wijs (subjonctif présent) van réjouir
  2. eerste persoon enkelvoud aanvoegende wijs (subjonctif imparfait) van réjouir