puntlaste
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- punt·las·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
puntlassen |
puntlaste
- enkelvoud verleden tijd van puntlassen
- Ik puntlaste.
- Jij puntlaste.
- Hij, zij, het puntlaste.
- Ik puntlaste.
vervoeging van |
---|
puntlassen |
puntlaste