profileer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·fi·leer

Werkwoord

vervoeging van
profileren

profileer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profileren
    • Ik profileer. 
  2. gebiedende wijs van profileren
    • Profileer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profileren
    • Profileer je?