profileer
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pro·fi·leer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
profileren |
profileer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profileren
- Ik profileer.
- gebiedende wijs van profileren
- Profileer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van profileren
- Profileer je?