predisponeerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pre·dis·po·neer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
predisponeren |
predisponeerden
- meervoud verleden tijd van predisponeren
- Wij predisponeerden.
- Jullie predisponeerden.
- Zij predisponeerden.
- Wij predisponeerden.
Gangbaarheid
- Het woord predisponeerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.