pracuji

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pratsʊjɪ/
Woordafbreking
  • pra·cu·ji

Werkwoord

pracuji

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pracovat
Synoniemen