Naar inhoud springen

postdateer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • post·da·teer

Werkwoord

vervoeging van
postdateren

postdateer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van postdateren
    • Ik postdateer. 
  2. gebiedende wijs van postdateren
    • Postdateer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van postdateren
    • Postdateer je? 

Gangbaarheid