politiseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- po·li·ti·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
politiseren |
politiseerden
- meervoud verleden tijd van politiseren
- Wij politiseerden.
- Jullie politiseerden.
- Zij politiseerden.
- Wij politiseerden.
vervoeging van |
---|
politiseren |
politiseerden