politiekordons

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • po·li·tie·kor·dons

Zelfstandig naamwoord

de politiekordonsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord politiekordon
     Hij stond een halfuur in de mensenmenigte bij de ambassade tegenover de lange politiekordons, riep af en toe mee met de leuzen dat de Verenigde Staten uit Vietnam moesten en dat Tage en Geijer de slippendragers van Lyndon waren.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044633535