pochází

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pɔxaːziː/
Woordafbreking
  • po·chá·zí

Werkwoord

pochází

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pocházet
  2. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord pocházet
Synoniemen
  1. pocházejí