požádal

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /pɔʒaːdal/
Woordafbreking
  • po·žá·dal

Werkwoord

požádal

  1. mannelijk derde persoon enkelvoud verleden tijd van het perfectieve werkwoord požádat
  2. mannelijk enkelvoud actief deelwoord van het perfectieve werkwoord požádat