pluimde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pluim·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
pluimen |
pluimde
- enkelvoud verleden tijd van pluimen
- Ik pluimde.
- Jij pluimde.
- Hij, zij, het pluimde.
- Ik pluimde.