plensde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plens·de

Werkwoord

vervoeging van
plenzen

plensde

  1. onpersoonlijke verleden tijd van plenzen
vervoeging van
plenzen

plensde

  1. enkelvoud verleden tijd van plenzen
    • Ik plensde. 
    • Jij plensde. 
    • Hij, zij, het plensde.