Naar inhoud springen

plattrad

Uit WikiWoordenboek
  • plat·trad
vervoeging van
plattreden

plattrad

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van plattreden
    • ... dat ik plattrad. 
    • ... dat jij plattrad. 
    • ... dat hij, zij, het plattrad.