platspuit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- plat·spuit
Werkwoord
vervoeging van |
---|
platspuiten |
platspuit
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platspuiten
- ... dat ik platspuit.
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platspuiten
- ... dat jij platspuit.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van platspuiten
- ... dat hij platspuit.