platgooide

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • plat·gooi·de

Werkwoord

vervoeging van
platgooien

platgooide

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van platgooien
    • ... dat ik platgooide. 
    • ... dat jij platgooide. 
    • ... dat hij, zij, het platgooide. 

Gangbaarheid