pispaaltje

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  pispaaltje    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• pis·paal·tje

Zelfstandig naamwoord

het pispaaltje o

1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pispaal

Gangbaarheid

• Het woord pispaaltje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.