penaliseerde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pe·na·li·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
penaliseren |
penaliseerde
- enkelvoud verleden tijd van penaliseren
- Ik penaliseerde.
- Jij penaliseerde.
- Hij, zij, het penaliseerde.
- Ik penaliseerde.
vervoeging van |
---|
penaliseren |
penaliseerde