peerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- peer·den
Zelfstandig naamwoord
de peerden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord peerd
Werkwoord
vervoeging van |
---|
peren |
peerden
- meervoud verleden tijd van peren
- Wij peerden.
- Jullie peerden.
- Zij peerden.
- Wij peerden.