parafraseerden
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- pa·ra·fra·seer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
parafraseren |
parafraseerden
- meervoud verleden tijd van parafraseren
- Wij parafraseerden.
- Jullie parafraseerden.
- Zij parafraseerden.
- Wij parafraseerden.