parafraseer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: parafraseer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- pa·ra·fra·seer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
parafraseren |
parafraseer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van parafraseren
- Ik parafraseer.
- gebiedende wijs van parafraseren
- Parafraseer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van parafraseren
- Parafraseer je?