palletiseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pal·le·ti·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
palletiseren

palletiseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van palletiseren
    • Ik palletiseerde. 
    • Jij palletiseerde. 
    • Hij, zij, het palletiseerde.