píšeš

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /piːʃɛʃ/
Woordafbreking
  • pí·šeš

Werkwoord

píšeš

  1. informeel tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd aantonende wijs van het imperfectieve werkwoord psát