oxideer

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • oxi·deer

Werkwoord

vervoeging van
oxideren

oxideer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oxideren
    • Ik oxideer. 
  2. gebiedende wijs van oxideren
    • Oxideer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oxideren
    • Oxideer je?