ovuleerden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: ovuleerden (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ovu·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
ovuleren |
ovuleerden
- meervoud verleden tijd van ovuleren
- Wij ovuleerden.
- Jullie ovuleerden.
- Zij ovuleerden.
- Wij ovuleerden.
Gangbaarheid
- Het woord ovuleerden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.