oververmoeiden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·ver·moei·den

Werkwoord

vervoeging van
oververmoeien

oververmoeiden

  1. meervoud verleden tijd van oververmoeien
    • Wij oververmoeiden. 
    • Jullie oververmoeiden. 
    • Zij oververmoeiden.