overstemde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: overstemde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- over·stem·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overstemmen |
overstemde
- enkelvoud verleden tijd van overstemmen
- Ik overstemde.
- Jij overstemde.
- Hij, zij, het overstemde.
- Ik overstemde.
- verbogen vorm van overstemd, voltooid deelwoord van overstemmen
Verwante begrippen
vervoeging van |
---|
overstemmen |
overstemde
- (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van overstemmen
- ... dat ik overstemde.
- ... dat jij overstemde.
- ... dat hij, zij, het overstemde.
- ... dat ik overstemde.