Naar inhoud springen

overstak

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 1 mei 2017 om 02:39 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
  • over·stak
vervoeging van
oversteken

overstak

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oversteken
    • ... dat ik overstak. 
    • ... dat jij overstak. 
    • ... dat hij, zij, het overstak.