overpompt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·pompt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overpompen |
overpompt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overpompen
- ... dat jij overpompt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overpompen
- ... dat hij overpompt.