overlijdt
- over·lijdt
vervoeging van |
---|
overlijden |
overlijdt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlijden
- Jij overlijdt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overlijden
- Hij overlijdt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van overlijden
- Overlijdt!