Naar inhoud springen

overhoor

Uit WikiWoordenboek
Versie door DifoolBot (overleg | bijdragen) op 28 feb 2016 om 22:58 (audio nld, IPA nld, IPA nld)
  • over·hoor
vervoeging van
overhoren

overhoor

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoren
    • Ik overhoor. 
  2. gebiedende wijs van overhoren
    • Overhoor! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overhoren
    • Overhoor je?