overeenbrengt
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- over·een·brengt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
overeenbrengen |
overeenbrengt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenbrengen
- ... dat jij overeenbrengt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overeenbrengen
- ... dat hij overeenbrengt.