overcompenseerde

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·com·pen·seer·de

Werkwoord

vervoeging van
overcompenseren

overcompenseerde

  1. enkelvoud verleden tijd van overcompenseren
    • Ik overcompenseerde. 
    • Jij overcompenseerde. 
    • Hij, zij, het overcompenseerde.