Naar inhoud springen

overbrachten

Uit WikiWoordenboek
Versie door HydrizBot (overleg | bijdragen) op 1 mei 2017 om 02:30 (Robot: opschonen van oude interwikilinks)
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • over·brach·ten

Werkwoord

vervoeging van
overbrengen

overbrachten

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van overbrengen
    • ...dat wij overbrachten. 
    • ...dat jullie overbrachten. 
    • ...dat zij overbrachten. 

Werkwoord

vervoeging van
overbrengen

overbrachten

  1. meervoud verleden tijd van overbrengen
    • Wij overbrachten. 
    • Jullie overbrachten. 
    • Zij overbrachten. 
Verwante begrippen